Saturday, April 7, 2007

Nieuwsgierig naar de andere foto's?



Op zondag 29 april om 19u00 kan je ze zien in zaal Lovanium, ACW gebouw, Bondgenotenlaan 131, Leuven.

Wij zorgen voor groene thee en gezuiverd drinkwater. Nog lekkerdere dranken kan je in het COOP-wereldcafe krijgen, 2 meter verder...

Laat je ons weten of je komt?
Kan je nu niet komen? Geen probleem, in het najaar komt er een 'bisnummer'
in samenwerking met reisboekenhandel Nomade.

Sunday, March 25, 2007

Ho Chi Minh City

Oftewel Saigon voor de vrienden.

Als we dachten dat we al in druk verkeer fietsten... Dat was mis. Saigon overtreft al het voorgaande. Maar we zijn er nog! Els vindt het zelfs plezant. Nadat we een uur door de avondspits fietsten blonken haar ogen van de pret. Mijn hart daareentegen b(l)onk van het overslaan.
Eigenlijk valt het mee. Zolang je rechtdoor kan zit je in de stroom brommers en moet je gewoon doortrappen en af en toe uitwijken voor iets dat trager is dan jezelf. Kruispunten zijn ook nog te doen, zolang je als eerste aan het licht staat zodat je kan wegspurten van zodra het groen wordt. Als je vanachter staat komt het verkeer er van de andere kant al aan vooraleer jij over bent. Ronde punten zijn iets spannender... De beste manier: zorgen dat je links en rechts geflankeerd wordt door brommers en dan gewoon mee doorrijden. is dit niet het geval, tja, dan is het door het kleinste vrije gaatje wringen. Als er een bus of een auto bijkomt, dan telt het recht van de grootste...


Grappig: Vietnamezen blijven zelfs in deze drukte vragen waar je vandaan komt... Toen we 'uit Belgie' zeiden, vroeg iemand of we die twee madammen zijn die de wereld rondfietsen... Ja Gino, Ingrid en Nicole zijn zelfs al gekend bij de Vietnamezen...

Gisteren deden we nog een toer naar een Cau Dao tempel, een Vietnamese godsdienst-sekte met veel tierlantijnen en gemix van andere godsdiensten. Voor de eerste keer deden we ook aan oorlogstoerisme en bezochten we de Cu Chi tunnels, waar de Vietcong schuilden tijdens de oorlog. Interessant.

Het doet deugd om terug in toeristischere stad te zijn. De laatste dagen aten we vooral noedelsoep en rijst met lauwe dingen. Het is plezant om van een menukaart te kunnen kiezen wat we eten. Voordien was er ook keuze: tussen soep en soep en ingewanden en ander ongedefineerd vlees.
Je merkt het, het wordt tijd dat we naar huis gaan... Onze experimenteerdrang en avontuurlijke geest wordt elke dag kleiner. We zondigden zelfs eens met een KFC (Kentucky Fried Chicken, een Amerikaanse fastfoodketen alla McDonalds).


Morgenavond vliegen we terug naar huis. We kijken er naar uit. Nu nog eerst kadookes kopen voor al die jarigen die we misten en souveniers voor onszelf. Ook nog genieten van die laatste heerlijke Vietnamese koffie met gecondenseerde melk en ijs, die toch wel lekkere noedelsoep en een laatste keer zeggen dat we uit Belgie komen, en neen, we zijn geen zussen, kijk maar: blond en klein en donker en rond...

De Mekong delta

De Mekong. Da's wat anders dan 't Scheld! (als zelfs een Aantwaarpener het zegt...)
We volgden de Mekong in Cambodia en Laos en hier in Vietnam fietsten we drie dagen in z'n delta. Amai, veel water dat z'n weg naar de zee zoekt. De mensen maken dankbaar gebruik van al dat water om rijst te verbouwen. Nu, bij het begin van het regenseizoen, is het oogsttijd. We zijn onder de indruk van de zware handenarbeid: mensen staan uren gebukt en tot boven hun knieen in de modder. Da's wat anders dan een beetje rondfietsen...


We waren ook onder de indruk van de levenswijze in de delta. Erg verschillend en ook armer dan we tot nu toe zagen in Vietnam. We dachten vaak terug aan Cambodia. Dat ligt amper 80 km verder, het is dus eigenlijk hetzelfde gebied.


Ons hoofddoel in de delta was het Tram Chim Nationaal Park. Een natuurpark dat internationaal bekend staat omwille van de sarus kraanvogels die hier broeden. Tot tien jaar terug zaten er duizenden. Nu nog maar een paar honderd... De internationale bekendheid straalt niet af in het bezoekerscentrum. Zeker niet als je er als individuele toerist toekomt. De zogezegde gids wou enkel een boottocht verkopen en kwam niet verder dan te zeggen wat de prijs was. Er was ook niemand die veel Engels kon, Grr. Gelukkig liep er een andere madam rond die moeite wou doen om te snappen wat we wilden: niet alleen een boottocht, maar ook zelf rondwandelen.

Na veel vijven en zessen vonden we een weg die in het park liep. Spijtig genoeg begon het na 1 km keihard te regenen, waardoor we druipend terug naar onze kamer vluchtten...


De boottocht de volgende ochtend was de moeite waard. Amai, nog nooit zagen we zoveel vogels tegelijk in een oogopslag! Verschillende soorten reigers, purperen meerkoeten totdat je sterrekes zag en verschillende zangvogels. Na wat zoeken zagen we ook 7 saruskraanvogels. Neige beesten. Het compenseerde de lulligheid van onze 'gids'. Een voorbeeld: toen we naar een uitkijktoren liepen, werd Els gestoken door een insect. Haar knie veranderde in 1 minuut in een dikke boebel met 20 kleine boebels op. Niet om aan te zien en ook pijnlijk. Toen we vroegen of hij niets verzachtends had kwam er enkel een 'nee'. Toen ik vroeg of hij geen planten kende die verzachten kreeg ik als antwoord dat er alleen gras groeide! Dat zou een natuurgids in Belgie eens moeten zeggen... Gelukkig ging het vlug terug beter met de knie en Els.

Saturday, March 17, 2007

Een dag uit het leven van twee fietsters

Donderdag 15 maart

6.00u. De wekker loopt af. Nog slaperig trekken we onze kleren aan en pakken we onze fietsen. Om 6.15u zitten we aan het ontbijt, dat inbegrepen was in de overnachting in de 'beach resort' van Lang Co. Het ontbijt bestaat uit: een vettige omelet, vettige frieten! en een garnaal-groentensoepje. Niet echt een ontbijt waar we lang op fietsen, we hebben nochtans energie nodig.
Deze ochtend staat de Hai Van Pass op de agenda. Een heuse bergpas, 10km naar boven, vanaf de zee tot 550m. Deze ligt op de beruchte Highway 1, maar gelukkig is er sinds enkele jaren een tunnel voor de eindeloze verkeersstroom. De pas wordt nog enkel door toeristenbussen, gekke fietsers en explosieve camions gebruikt. Wij content: de weg -bijna- voor ons alleen, dus geen getoeter in onze oren en vieze uitlaatgassen in onze neus.
Het klimmen gaat vlot. We vertrokken vroeg genoeg zodat het nog fris is en genieten van het landschap. Uiteindelijk fietsen we in 1 uur naar boven, met rustpauzes erbij deden we er bijna 2 uur over. Kletsnat van het zweet en met lege drinkenbussen komen we boven. Gelukkig staan er voldoende kraampjes om bij te tanken... Ook fietsen vraagt brandstof.
We zijn dubbel content, dit is een letterlijk hoogtepunt.De afdaling is zalig! Zonder trappen, op amper 20 min., zijn we weer 10km verder...Terug beneden moeten de spieren terug in actie komen, en dat voelen we. Gek. Of toch niet zo gek, er is serieuze tegenwind. Het is dus stevig trappen tot Da Nang, een grote stad die we in principe enkel voorbij willen.
Maar omdat we een vierwielig vervoermiddel zoeken om de grote afstand tot Ho Chi Minh City af te leggen, stoppen we er.
Na de stressvolle en slapeloze nacht op de nachtbus, mikken we op de nachttrein. Nadat Els minstens 3 keer het station in een uit loopt, van het ticketkantoortje naar de bagageafdeling en weer terug, lukt het haar om tickets vast te krijgen voor op 18 maart. Ma en Sanne, jullie verjaardag vieren we dus op de trein. We kozen voor de luxe trein: vertrek om 11.40u een aankomst om 5.30u, in een soft sleeper. Dat beloofd. Klein detail: een luxetrein heeft geen bagagecompartiment, de fietsen vertrekken dus 2 uur vroeger en komen een uur later aan, met een andere trein. Ook dat beloofd...
Ons middagmaal nemen we in een lokaal restaurant met buffet. Stel je niet te veel voor. Zoals gewoonlijk zitten we op kinderstoelen en eten we aan een kleine tafel. Maar het smaakt en we doen weer energie op voor het vervolg van onze dag: op naar Hoi An.
De weg naar Hoi An begint weer veel te druk volgens onze goesting, ook al is het een kleine weg volgens de kaart. Het genieten is ver weg. Om het erger te maken, blijft de wind uit de verkeerde richting waaien.
De laatste 15km zijn gelukkig iets rustiger en worden opgevrolijkt door een lokale voetbalmatch. Op een "pattatenveld" en met een te platte bal, maar het is wel ambiance.
Doodmoe komen we aan in Hoi An, 72 km op de teller, niet bijzonder veel.
We verwennen onszelf met een goed hotel, slepen onszelf tot het eerste het beste restaurant en als figuurlijk hoogtepunt van de dag eten we een zakje M&M's.
Da's lang geleden...
Moet ik nog schrijven dat we om 8.30u als een blok in slaap vallen?

Monday, March 12, 2007

Karstgebergte en Keizerlijke gebouwen.

Ninh Binh zouden we op onze route aandoen, gewoon omdat de stad toevallig op de route lag naar het Cuc Phuong Natinal Park en een mens toch ergens moet overnachten.Omwille van het weer (koud en regenachtig, erg Belgisch) zijn we er uiteindelijk twee nachten gebleven.Een geluk bij een ongeluk: de omgeving van Ninh Binh is erg mooi. De meeste toeristen gaan er tempels en grotten bezoeken en maken een tochtje met een Sampan langs het prachtige karst-klandschap. De grotten en sampan hebben we gelaten voor wat ze zijn. In de plaats daarvan hebben we een mooie fietstocht gemaakt langs kleine wegeltjes en dorpjes.Ondanks het rotte weer hadden we dus toch een mooie dag. Ook Cuc Phoung NP was voor ons super: na twee maand en een half, hadden we eindelijk eens de kans om vogels te spotten a volonté. En dat hebben we ook gedaan: op 10 uur tijd hadden we 13 nieuwe soorten. Omwille van overvolle treinen en bussen waren we genoodzaakt na Cuc Phoung nog eens een dag in Ninh Binh te blijven, dik tegen mijn (Els) goesting. Uiteindelijk hebben we ook van die dag weer genoten. We fietsten naar een wet-land in de hoop nog wat vogels te kunnen kijken. Ook dat bleek een mooi stuk karstlandschap te zijn waar ze zelfs gewoon zijn om vogelkijkers over de vloer te krijgen! We werden getrakteerd op een prive sampantochtje van 1.5 h, weg van de klassieke toer voor de 'gewone' toerist. Voor een keer was Vietnam zalig stil! Intussen zijn we, na een helse nacht busrit, veilig in Hue beland. Het aantal toeristen dat hier elke dag in de stad wordt gedropt is ongelofelijk maar heel begrijpelijk. De 'Imperial city' in de Citadel is een oase van rust in de drukke stad. De Keizerlijke gebouwen staan in mooie tuinen waardoor je meer het gevoel krijgt in een park te wandelen dan in een museum. Vandaag maakten we een fietstocht naar twee Mausoleums. Er werd heel wat tijd besteed aan de keuze van de precieze plaats waar de Keizers hun Mausoleum wilden bouwen: de omgeving moest evenwichtig zijn zodat deKeizers in alle rust een konden worden met de natuur. En effectief, het Tu Duc mausoleum straalde inderdaad een en al rust uit. De gebouwen op zich zijn erg vergelijkbaar met deze van de 'Imperial City', maar de tuin er rond maakt het geheel af. De keizer van het tweede Mausoleum had een beetje last van grootheidswaanzin: zijn monument was vooral indrukwekkend omwille van de ligging op een bergflank. De hoofdgebouw was binnenin volledig bekleed met kleurig glas en keramiek. Voor ons is dat erg kitcherig, Vietnamezen zijner gek op. Morgen rijden we een stukje langs de kust, op weg naar het Bach Ma N.P.

Wednesday, March 7, 2007

Fietsen in Vietnam.

Vietnam is duidelijk geen ontwikkelingsland meer: je ziet veel mooie en nieuwe huizen, er zijn veel auto's en nog meer brommers, geld haal je in elke stad uit de muur, de meeste mensen dragen schoenen en zo kan ik nog verder gaan... Iets werd echter nog niet ontwikkeld: verkeersopvoeding. Enkele verkeersregels die hier niet gelden: je houdt rechts op de weg, de zwakke weggebruiker heeft altijd voorrang, voorsorteren als je wilt afslaan, in de bebouwde kom mag je max. met 2 naast elkaar fietsen, links voorbijsteken... Op de meeste wegen is er wel een fietspad: een aparte strook afgescheiden door een doorlopende witte streep, in principe een goede zaak. Maar, hier enkele 'verkeersregels' die van toepassing zijn: - de hoofdweg rij je altijd op zonder te kijken, het fietspad is dan de oprit of invoegstrook-als fietser rij je op de witte scheidingslijn - remmen zijn er voor de 'fouf'...de kunst is om zo weinig mogelijk te remmen - dit betekent dat het snelle verkeer, bussen en auto's, altijd en overal voorbijsteekt: in een bergop, in een bocht, als er al voorbijgestoken wordt,... - omdat je niet mag remmen, moet je ervoor zorgen dat de anderen uit deweg gaan. Dat doe je door heel luid te toeteren. Je kan het je wel voorstellen dat het even wennen is na het verkeersarme Laos. De drukte op zich valt mee, ook in de steden. Het is het gevaarlijke rijgedrag en constant getoeter dat het vermoeiend maakt. Op een bepaald moment dachten we er zelfs aan om oordopjes in te steken. Het nadeel is dan dat je het getoeter niet meer hoort, toch wel een teken van gevaar... We proberen de rustigere wegen op te zoeken. Niet altijd makkelijk: onze wegenkaart blijkt ineens niet gedetailleerd genoeg (nochtans dezelfde schaal als de vorige landen) en ineens ligt er een snelweg waar volgensde kaart niets is... Alles gaat hier snel. Ons Vietnamees gaat ook snel. Toen we de eerste keer op zoek moesten naar het stadscentrum bleek dat er wel een bord stond: 'trung tam'. Als je dat dan wil vragen moet je iets zeggen wat klinkt als 'chum duhm'. Je moet het maar weten. Overal langs de weg staan theestalletjes met grote reclameborden 'tra'. Na twee dagen gesukkel en straffe koffie drinken leerden we dat we 'tchjaaa' moeten vragen... Gelukkig kochten we een taalgidsje en is de geletterdheid hoog. We kunnen dus vaak aanduiden wat we willen en dan oefenen in de uitspraak. Een klinker kan je op 6 verschillende manieren uitspreken, met als gevolg zes verschillende betekenissen... Hopelijk gebruikten we nog niet te veel scheldwoorden in ons gestotter om thee of eten. Tot nu toe kwamen we alleen schatten van mensen tegen, die vaak veel moeite doen om je te geven wat je nodig hebt. Sommigen hebben wel weinig fantasie om ons 'Vietnamees' te verstaan, maar dat went. Vietnam is dus alweer een toffe ervaring!

Een uur vliegen, een wereld van verschil

Luang Prabang- Hanoi is amper een uurtje vliegen. Zodra je de luchthaven binnenstapt heb je echter de indruk dat je een ander wereld deel binnenstapt. Plots is het een en al efficientie, goed engels en een gamma aan producten op de toonbanken. Eenmaal in de binnenstad werd het contrast alleen maar scherper. Hanoi is een bruisende stad met veel verkeer dat kriskras over de weg rijdt (zie volgende post) en constant toetert. Ondanks de drukte voelden we er ons direct thuis. Krien had een hotel gekozen zonder echt op de lokatie te letten, althans dat beweert ze... Toevallig lag het hotel knal in het drukke 'old quarter' en vlak bij een door toeristen geliefd Bia Hoi plek. Bia Hoi is goedkoop bier van het vat en drink je bij voorkeur op een terraske. Terraske betekent in Hanoi nietmeer dan een koppel kindertuinstoelen van goedkoop plastic op de rand van de straat en een voetbankje als tafeltje. Je kan je zo uren amuseren met het observeren van mensen. En ja hoor Karin, er valt heel wat te zien!!! Ondanks het toch wel frissere weer blijven de toeristen schaars gekleed rondlopen. De hele stad, of althans de stukken die wij bezochten warenerg gezellig. Een wirwar van kleine straatjes met allerhande winkeltjes (Zowel voor toeristen als locals), straatverkoopsters, cyclo-taxi's en eetstalletjes in de Old Quarter. Brede lanen met bomen, westerse winkelsen mooie statige gebouwen in de French Quarter. We hebben dan ook genoten van de twee dagen in de Vietnamese hoofdstad. Hanoi uitrijden per fiets viel best mee. Je laat je gewoon met de stroom meegaan en rij even roekeloos als de Vietnamezen... De eerste fietsdag in Vietnam was niet direct een hoogvlieger. Een grootstad uitrijden betekent zowiezo minstens dertig kilometers druk verkeer en gesloten bebouwing. Bovendien hadden we onze eerste regendag in Azie. Na een kleine dertig kilometer lieten we ons met plezier uitnodigen op een feestje ter ere van volle maan. Naast een aantal kopjes thee, werden we ook getrakteerd op iets wat we niet kenden: een kwart noot- achtig iets, een groen blaadje en een stukje wortel. Je moest het geheel in je mond stoppen en dan stevig kauwen. Mijn lichaam reageerde nogal erg op datspul: het was plots of ik helemaal wegdraaide. Krien was gelukkig iets voorzichtiger en voelde niet zoveel. Nadien begrepen we dat die dingen gekend zijn als bedelnoten. Naast een rode mond geraak je er dus ook van in hoger sferen. Naarmate de kilometers vorderden stonden er steeds minder huizen en was er meer plaats voor rijstvelden afgewisseld door megafabrieken voor schoenen en andere producten bestemd voor het westen. e tweede fietsdag, bestemming Halong bay, zullen we niet snel vergeten.We deden minstens 15 km door een gebied waar steenkool werd gewonnen. De lucht, de straat, alles zag gewoon pekzwart. Dankzij de aanhoudende miezerregen, duurde het niet lang of onze fiets, voeten en benen waren helemaal aangepast aan de omgeving! We hebben ons die avond getrakteerd op een luxeuze hotelkamer met bad en zicht op Halong Bay! Halong Bay! Krien droomt al meer dan 10 jaar van een bezoek aan dit unieke landschap van karstgebergte in de zee. In Hanoi hadden we ons laten verleiden om een vrij luxueuze trip te boeken: een 24 uurs trip per boot, in kleine groep, inclusief lunch, dinner en ontbijt. Toevaliig kwam ervoor mij nog gratis een uurtje kayakken bovenop. Het was het wachten en geld meer dan waard. Op de foto's zal je nog even moeten wachten, het lukt niet om ze op te laden.

Sunday, February 25, 2007

Toch de bergen in...

Noord Laos is vooral gekend voor de bergvolkeren die nog op een erg traditionele manier leven. Je kent ze vast wel van foto's of reportages. De meeste toeristen bezoeken deze etnische minderheden met een georganiseerde trekking. Je kan het vergelijken met naar een menselijke zoo gaan. Niets voor ons dus. Met de fiets door het noorden was ook niet meteen een optie; te bergachtig. Mits een beetje puzzelwerk hebben we een mooie route uitgestippelt langs rivier valeien zodat we toch een proevertje kregen van het noorden. De eerste dag maakten we een boottocht over de Mekong van Luang prabang naar Pakbeng. Negen uur genieten van het prachtige landschap met veel bergen, rotsen en af en toe een stroomversnelling. De dagen nadien fietsen we (grofweg) langs een rivier naar Oudomxai. Veel toeristen komen hier niet. Het was dan ook genieten van het authentieke laos waar de meeste toeristen vele dollars moeten voor neertellen. De route was glooiend tot heuvelachtig, maar goed fietsbaar. We zagen laotianen in traditionele keldij, vrouwen die zilveren pijpen rookten om het ' s morgens warm te krijgen en allerlei ambachten die bij ons allang vergeten zijn. De reismoeheid die ons overviel in Luang Prabang was gauw vergeten.
Om de pas van Oudomxai naar de volgende valei over te steken schakelden we weer over naar 4 wielen. Nong Kiaw wordt wel eens het nieuwe Vang Vieng genoemd, en het is niet moeilijkte zien waarom. Het is een zalig rustig dorpje in een valei omgeven door karst gebergte en dus een prachtig landschap. Alleen geraken nog niet alle backpachers tot hier en dus ook niet de happy shakes!! We hebben twee dagen genoeten van het rivierzicht vanop onze bungalow! De eerste morgend was een grote verrassing. Toen we wakker werden zagen we de bergen aan de overkant van de rivier niet meer: een pot mist. We hebben dan ook alle kleren, inclusief sokken en schoenen, uit onze fietstassen moeten halen om ons warm te houden. Het optrekken van de mist rond de grillige rotsen was prachtig om zien.
De volgende dagen gingen terug richting Luang Prabang, een totale afstand van 140 km, iets teveel voor een dag dus. Op 42 km zou er een guesthous zijn volgens de locals. En ja hoor, we kamen terecht in een soort laotiaans bungalow park met rieten hutjes, douche en toilet buiten, te gebruiken samen met de eigenaars. We vermoeden dat we de eerste falangs waren die hier sliepen. Voor een bende van een 5 tal jongens waren we dan ook de atractie van die dag ( misschien wel week). ' s avonds werden we uitgenodigd op een feestje met Mhong Lao. In een grote aardewerk pot wordt rijst, water en iets sterks gemengd. Het leek alsof het goedje aan het gisten was. Met een aantal mensen tegelijk drink je dan van het goedje via een plastic tubetje dat door middel van een stokje op de bodem wordt gehouden. Het was lekker maar steeg nogal snel naar het hoofd. Vermits er de volgende dag 100 km op het programma stond hebben we maar kleine slokjes genomen. De laatste dag door het noorden was weer prachtig met glooiende wegen door mooie lanschappen via kleine dorpjes . Alleen de laatste 30 km merk je dat toeristenland niet ver weg is.

Saturday, February 17, 2007

Toeristenland

Na enkele dagen in de hoofdstad, vertrokken we weer met onze trouwe fiets. Richting bergen deze keer. Maar zoals thuis al gezegd: als het te veel naar boven gaat, schakelen we over op vierwielig vervoer.

De eerste 60 km waren tot onze grote verbazing plat, het leek wel alsof we terug in Cambodia zaten. Met als groot verschil onze conditie. Die ging er duidelijk op vooruit. 60 platte kilometers, daar lachen we intussen mee! (Nadien lachten we groen...)

Onderweg kwamen we een Engelse fietser tegen: Jason. De laatste 20 km voor die dag legden we samen af. Die waren trouwens al Ardennen-achtig. Het was best wel gezellig, eens met drie. Ook de volgende dagen kwamen we hem regelmatig tegen. We wisselden trips en trucs uit. Hij probeerde ons te overhalen om de bergen over te fietsen, maar 1 blik op zijn fietsreisgids met grafieken over hellingen, was genoeg om ons voornemen te bevestigen.

We pikten een stukje van de weg naar Vang Vieng door een boot te nemen over het reusachtig stuwmeer. Nadien waren het nog maar 30 golvende kilometers.
En toen waren we er: in toeristenland.

Blijkbaar komen er massa's toeristen via Thailand effe de weg tussen Vientianne-Vang Vieng en Luang Prabang doen. En dat merken we. Er lopen evenveel falangs als Laotianen over de straat. En sommige toeristen boekten beter een ticket naar de Costa Brava ipv naar een boeddistisch land. Amai. We moesten vaak slikken. Weinig tot geen respect voor de locale gewoontes, vooral op vlak van kledij. Volgens de Laotianen ben je pas deftig gekleed als je schouders en knieen bedekt zijn. Moeilijk als je enkel spaghettibandjes en onderbroekschortjes mee hebt...

Gelukkig verbleven we aan de overkant van de rivier, waar het iets rustiger was en waar we een schitterend uitzicht hadden over het karstgebergte. Want, daarvoor gingen we naar Vang Vieng. En terecht. Het was een heel mooie omgeving! Door het kalkgesteente waren de rotsen overal geperforeerd met grotten die je kon bezoeken. We deden er twee.

Nadien fietsten we nog dapper tot Kasi, dwars door hetzelfde karstgebergte. Om nooit te vergeten. Dankzij Jasons gids wisten we dat het na Kasi 20 km steil bergop ging, en dat dat nog maar het begin was. We versierden dus een lift voor de eerste 20 km bergop omdat we daar nog wilden overnachten. Zoals gewoonlijk hadden we weer veel geluk en konden we (gratis) achter in de pickup van een Amerikaanse Laotiaan.
We sliepen aan warmwaterbronnen met uitzicht op de bergen, wensten Jason de volgende morgen veel succes en gingen met de bus verder naar Luang Prabang. Onderweg indrukwekkende landschappen ...

Luang Prabang is werelderfgoed en terecht. Het is een gezellige en mooie stad. Ook weer overvol toeristen natuurlijk. Zelfs zo vol dat tegen 16 uur de hotelkamers vol zitten, en er zijn er veel...
We betalen dus meer voor hetzelfde van ergens anders en soms zelfs voor minder. De mensen zijn minder vriendelijk en je moet op je hoede zijn dat ze niet het dubbele aanrekenen voor een frisdrank. We vinden het moeilijk om er echt van te genieten. Vanmorgen deden we een georganiseerde uitstap naar de Pak Ou caves. Heilige grotten langs een rivier. Op zich prima om dat georganiseerd te doen en ok de moeite. Helaas, in de 'tour' zitten ook twee stops voor kleine dorpen. Om zogezegd het echte leven te zien. Vergeet het. Het was nog erger dan we dachten: 1 dorp was veranderd in 1 lange marktkraam met soeveniers...
Dan viel het gisteren nog mee. Al waren we toen al gechoqueerd omdat we een dollar moesten betalen om een pottenbakkersdorp te bezoeken. (Die we trouwens niet betaalden.)

Toeristenland dus.
We worden er moe van. Maar morgen nemen we de boot om dan met een boog terug naar Luang Prabang te fietsen. We boekten immers een vliegtuigticket naar Hanoi. We willen meer tijd in het noorden van Laos doorbrengen en overland naar Vietnam vanuit Luang Prabang is niet evident.

De temperatuur is hier heel aangenaam. Enkel 's middags is het warm in de zon, maar dat valt goed mee omdat het vlug afkoelt. s' nachts zijn we blij met de dikke dons op het bed!

Dit was een plat verhaal uit toeristenland, volgende keer hopelijk weer een intenser verhaal!

Thursday, February 8, 2007

Een rondje op het Boloven Plateau

Juist ja. Een plateau. We fietsten onze eerste bergopkilometers! En hoe! De eerste dag fietsten we 40 km bergop, niet glooiend, maar echt bergop, 40 km aan een stuk. Het vals platte van de Naamsesteenweg afgewisseld met lange Keizersbergen. Ook al was het vroeg in de ochtend en was het redelijk fris op het plateau, de liters zweet dropen van ons en onze fietsen. Maar het was echt de moeite!
Onderweg leerden we alles over koffie. De weg tussen Pakse en Paksong wordt ook de koffieweg genoemd omwille van de koffieplantages. We zagen grote plantages, met daarin hele families (van heel klein tot heel oud) aan het werk om de koffiebessen te plukken. Voor elk huis onderweg lagen de bessen te drogen en we zagen ook een groot fabriek waar ze de gedroogde bonen sorteerden op grootte.
Indrukwekkend! Meer dan ooit zijn we ook overtuigd van de noodzaak van eerlijke koffie: er komt veel (familiale) handenarbeid aan te pas vooraleer we in Europa een tas koffie kunnen drinken.
Het plateau staat bekend om z'n frisse wind en de vele watervallen. Het was er inderdaad veel frisser, we moesten een pull opdiepen uit de fietstas en twijfelden of we schoenen zouden aandoen. Er kwam zelfs een nieuw criterium tijdens het zoeken van een guesthouse: een douche met warm water! Het deed wel eens deugd om af te koelen. De watervallen zijn ook leuk. De ene is natuurlijk mooier dan de andere, maar ze doorstaan allemaal de vergelijkende test met de watervallen van Coo... Sommigen waren heel rustig waardoor we leuke vogels zagen, da's altijd genieten.
De tweede dag moesten we tot onze verbazing nog 10 km bergop, naar Paksong. Een dorp waar niets te zien is, we waren blij dat we niet tot hier fietsten voor een goedkope guesthouse, maar voor de duurdere lodge kozen aan de watervallen. Paksong is het hoogste punt op het plateau (ongeveer 1000m), nadien was het dus ambiance. Een lichtglooiende weg, met al veel bergaffen naar Tha Teng. Een dorp waar nog minder te zien was... Er kwamen ook weinig toeristen, soms leek het zelfs alsof ze schrik hadden van die twee 'falangs' (vreemdelingen). Onderweg veel plantages: koffie, thee, teak (foto), bananen, ananas, wonderboomvruchten en dingen die we niet kennen. De omgeving was schitterend met bergen rond ons en veel groen.
De derde dag mochten we 30 km bergaf fietsen naar Tad Lo, een waterval met een gezellig dorpje. 30 km bergaf, da's simpel denk je dan. Nee hoor, het was slechte gravel. Opletten dus en niet te hard naar beneden vliegen want dan wordt het gevaarlijk om uit te glijden. Weer een fantastisch moment onderweg. De omgeving van zo'n gravelroad ziet altijd bruin van het stof, tot boven in de bomen, een raar beeld. Opeens kwamen we in een dorpje waar een vrouw zat te weven. Een bijna surrealistisch beeld: in die bruine stoffige omgeving maakte ze een prachtige zijden sarong. En hoe? Haar lichaam gebruikte ze als weefgetouw, kijk maar op de foto.
In Tad Lo kwamen we weer in toeristenland, het is toch alitjd een groot verschil met de contacten onderweg. We kwamen onze eerste Laotiaanse Vlamingen tegen, uit Zwijndrecht. Eens wat anders dan gepensioneerde fietsende Nederlanders... Het was er gezellig en 's namiddags deden we nog een wandeling naar een andere waterval. Die bleek echter droog te staan, niet alleen door het droge seizoen, maar ook door een stuwmeer hogerop. De laatste dag fietsten we terug naar Pakse, 90 km. De eerste 10 weer stevig bergop, maar nadien was het zalig fietsen, vooral bergaf...

Kleefrijst en harde bedden

We zijn intussen ongeveer twee weken in Laos en zijn toch wel erg verbaasd over het grote verschil tussen de twee buurlanden, Cambodia en Laos.


Alhoewel we toch maar een 500 kilometer noordelijker zitten en niet bepaald hoger, is de temperatuur hier draaglijk. We slagen er zelfs in om 's middag door te fietsen en hebben onze fleece al eens van onder uit de zakken gehaald! Morgen springen we na 3 dagen rust in Vientianne weer de fiets op, op eg naar de bergen. Volgens sommige reizigers is het daar om uit je vel te bibberen.

De Laotianen zijn ook heel anders dan de Cambodianen. Ze zijn veel minder hartelijk dan de Cambodianen en lijken soms wel onverschillig. In een winkel hebben we ons al meermaals afgevraagd of ze wel iets willen verkopen. In meer afgelegen plaatsen denken we zelfs dat ze bang zijn voor ons. Zo waren we in Tha Teng in een lokaal guesthous dat bediend werd door de dochters des huizes. Ze spraken geen Engels of waren bang om het te spreken. Toen ik naar een drankje uit de koelkast vroeg ( toch wel iets dat makkelijk met gebarentaal duidelijk te maken valt als de koelkast vlak bij staat) kropen ze zowat weg achters moeders rokken!! Gelukkig is het ook vaak omgekeerd. Zo hebben we een WC man ontmoet die perfect Engels sprak en een fruit shake verkoopster op een lokale markt die vlaams in combinatie met mimiek verstond!

verkoopster noodelsoep


Mandjes voor kleefrijst

Kleeftrijst vind je dan weer niet in Cambodia. Een propje kleefrijst is nochtans ideaal om de brand te blussen bij te pikante gerechten. Zowat in elk gerecht zitten er hier chili pepers of krijg je een potje met chili saus. Op de markt vind je vooral noedelsoep. Best lekker maar niet meer als je noedelsoep eet als ontbijt, lunch en avondmaal. Krien is verzot op de zure groentensoep terwijl ik vooral geniet van kip met zoete basilicum. Hier in Vientianne profiteren we ervan om Westers te eten: croissant of koffiekoeken als ontbijt, Indisch of Italiaan als dinner. Morgen wordt het immers voor een paar dagen weer noedelsoep van 's morgens tot 's avonds.

De Laotiaanse bedden!! Je hebt ze in alle maten en gewichten maar een ding hebben ze allemaal gemeen: een bikkel harde matras. Ik heb al een paar keer geprobeerd te kijken welke vulling ze hier gebruiken maar heb nog geen rits of gaten in de matrassen kunnen ontdekken. Een groot voordeel: zelfs een versleten matras heeft nog geen put waar je naar toe rolt!! Ondanks de hardheid van de bedden slapen we hier goed dankzij de aangename temperatuur en het vele fietsen.

We zijn benieuwd wat het noorden ons zal brengen!

Thursday, February 1, 2007

Woensdag 31 januari - Wat Phou festival

Wat Phou is een van de belangrijkste (oude) boedhistische tempels in Laos. De tempel werd heel lang geleden door de Khmer gebouwd en zou model gestaan hebben voor Angkor Wat. Niet te missen dus, het is ook UNESCO werelderfgoed. We hadden geluk, we waren er tijdens het jaarlijkse Wat Phou festival. Een tien dagen durend feest waarop half Laos op af komt. Een impressie:

Al vanaf de afslag van hoofdweg nr.13 merken we het. Een stroom van overvolle tuktuks, minibusjes, brommertjes en pick-ups met op hun 'paas'best geklede Lao. Wat Phou ligt aan de overzijde van de Mekong, iedereen moet dus met een ferry de Mekong over. Ongelofelijk maar waar, de stroom wordt in goede banen geleid: voetgangers, brommers en fietsers moeten rechtdoor, tuktuks e.d. mogen direct de ferry op. De weg even rechtdoor leidt ons naar de kleine 'ferry'. Dit is: twee kano's aan elkaar vastgemaakt met daarover een plank. Net groot genoeg voor een voetganger, twee brommers, wijllie, de kapitein en zijn hulpje om de loopplank (heel letterlijk te nemen) te bedienen. Het spul drijft en tot mijn verrassing ligt het heel stabiel. Eenmaal aan de overkant blijkt elke dorpeling een stalletje voor z'n deur te hebben. Omkomen van de dorst zal je hier niet doen...

Het dorpje Champasak ligt 7 km voor de tempel en hier zoeken we onderdak. Tot onze verbazing lukt dat vlot, waarschijnlijk omdat het nog maar 11 uur is. Nadat we onze bagage van de fietsen deden en een hapje aten, volgen we de stroom. Het is onmogelijk om verloren te rijden - volgen is de boodschap. Er blijkt veel randanimatie te zijn. Er was iets met heel veel volk, waarschijnlijk hanengevechten, maar toen we vroegen of we mochten kijken, kregen we een duidelijke 'neen'... We hielden het dan maar bij de sportwedstrijden: volleybal, voetbal en Laotiaanse voetbal. Geweldig: met een kleine rieten bal, die je enkel met je hoofd en benen mag aanraken. De sterspelers maken er een heuse show van.

Hoe dichter bij Wat Phou, hoe meer kraampjes, langgerekte 'straten' van kraampjes met alles, echt alles. Eten en drinken natuurlijk. Heerlijk verse kip: de levende kippen wachten achterin het kraampje tot het hun beurt is om op de BBQ te belanden. De spiesjes waren spijtig genoeg niet echt onze meug: hart, poten en stukjes maag... We proefden wel van verse rijstkoeken, da's wat anders dan die van de pakskes bij ons hoor. Op een festival hoort ook kledij: zowel T-shirts als mooie zijden sarongs, sletsen en ondergoed. Speelgoedkraampjes met plastieken schietgeweren en pluchen beesten en zelfs toeristische standjes van elke Laotiaanse provincie. Het was duidelijk voor de Laotianen, want ook in de toeristische kraampjes spraken ze enkel Laotiaans. Soms sprong er een blitse kraam tussenuit, met veel lawaai en schreeuwerige spandoeken voor Nescafe of instantnoodles... de dingen die je moet eten om 'in' te zijn. Er werd nog volop gebouwd aan podia met tafels en stoelen voor, drie podia naast elkaar, er kon wel duizend man zitten.

Nadat we toegang betalen (3 dollar p/p), komen we dichterbij het heiligdom. Ongelofelijk. Hele families: met grootouders, kleine kindjes, een stroom van mensen. Een rij op en een rij af. Het eigenlijke altaar ligt tegen de berg opgeplakt (90m) en de weg ernaartoe gaat over ongelijke stenen en steile trappen. Ook de ouderen gaan moedig naar boven. Onderweg moet je af en toe stoppen aan een boeddha of een ander beeld: om wierookstokjes te branden of om bloemen te offeren. De hoofdboeddha staat in een kleine plaats die volgepakt staat met mensen. Op een dag als vandaag voelen we ons indringers en blijven we er niet lang rondhangen. Op andere dagen is dit een toeristische attractie en zou je rustig foto's nemen, in je gids lezen en op zoek gaan naar die ene belangrijke bas-relief... Na een blik op de heilige bron, passeren we bij de vrouwelijke monnikken voor een zegen en een armbandje en is onze bedevaart volbracht. Een hele belevenis.


We drinken nog iets en fietsen terug naar het dorpje, terug mee met de stroom... Want die stroom blijft en gaat nu duidelijk in de twee richtingen. Het festival gaat dag en nacht door, 10 dagen aan een stuk. Wij houden het bij een dagbezoek. 's Nachts in bed liggen we nog lang wakker van het drukke verkeer dat passeert en 'genieten' zo nog mee van het festival.

Een vraag : zoek de 7 verschillen met Sfinx. We kwamen zelf niet aan 7...

Laos

Kratie, datum vergeten, 6u30
De wekker gaat veel te vroeg af. Het was snik heet op de kamer en hebben daardoor veel te weinig geslapen. We verheugen ons op het beloofde land, Laos. We hebben een ticketje gekocht rechtstreeks tot aan de grens met Laos zodat we daar op tijd aankomen en nog een eindje kunnen fietsen tot aan de eerste slaapgelegenheid. Om 7.00 staan we aan de bus-stop. De bus zou immers om 7.30 vertrekken en met de fietsen is het toch altijd beter om een beetje vroeger te zijn zodat ze tijd hebben om ze deftig op het dak te binden. Aan de bus stop sturen ze ons door naar een guesthous waar we vriendelijk uitgenodigd worden om ons te zetten. Na 30 minuten wachten snappen we waarom; de bus komt immers pas om 8.00.
Een eerste serie falangs (blanken) wordt ingeladen. Nog geen 200 meter verder, aan het volgende guesthous stopt de minibus opnieuw voor nog een falang. Na drie zo'n stops komen we terecht op de echte(lees Cambodiaanse) bus terminal. Daar worden er nog eens een paar Cambodianen en de nodige bagage in en op de bus geladen. Je zou denken dat je dan rechtstreeks door rijdt, maar neen hoor. We maken nog een ommetoertje zodat een van de reizigers nog wat bagage kan ophalen en stoppen nog eens aan een stopplaats want er is op het dak nog een zitje vrij...
De tijd tikt intussen rustig voort. Geen probleem voor de meesten maar wel voor die twee fietsers die na de bus rit nog minstens 20 km voor de boeg hebben. We worden langzamerhand een beetje zenuwachtig. Eenmaal vertrokken vlot het gelukkig goed. De weg is betrekkelijk goed, het landschap uiterst saai met vooral afgebrande stukken land. Wij gelukkig dat we voor de bus en niet de fiets gekozen hebben. Tegen de middag komen we aan in Stung Treng. Twee falangs die ook naar Laos gaan worden direct verder gebracht naar de volgende bus. Wij mogen (!) rustig gaan zitten en tijd nemen voor een lunch. Een klein uur later worden we op een overzet gezet. Eenmaal aan de overkant mogen we het zelf uitzoeken. Na wat over en weer gepraat in vlot Khmer worden we opnieuw verzocht ons rustig te zetten en te wachten. Het busje komt zo. Rustig was er op dat moment niet meer bij; de tijd begon serieus te dringen.
Uiteindelijk belanden we, na een rit van 1,5h over een half aangelegde weg met niets dan steenslag, rond 15.45u aan de grens overgang. De grensovergang wordt voornamelijk door toeristen gebruikt en is dus niet veel meer dan een houten hutje, een drankstalletje en een toilet voor 1000 riel. Die laatste konden ze dus vergeten, er was genoeg bush in de buurt! We betalen 1$ voor het stempeltje aan Cambodiaanse zijde en rijden 500 meter over hobbelig niemandsland. En nog maar eens 1$ voor het stempeltje van Laos.
Het is intussen al over vieren en riskeren het niet meer om de 20 km tot de eilanden te fietsen. De avond valt hier immers om 18.00 en fietsen of overzetten nemen in het donker... We zijn er niet zo voor. Er zou een luxe resort zijn op een kleine 10 km. Weliswaar te duur voor onze portomonee, maar desnoods leggen ze ons maar in het restaurant of zo. We trappen nog 5 km over een hobbelige weg en belanden dan plots op een brede (min. 5 m breed) gravel-boulevard die na een kleine kilometer over gaat in asfalt. Een luxe na de armzalige wegen in Cambodia! Bovendien is er helemaal geen verkeer. Helemaal verheugd over de mooie weg fiesten we tot aan het resort. Een super deluxe ding, met heel mooie bungalows en een pracht locatie aan de Mekong. Nog voor we goed en wel onze fietsen op hun pikkel hebben gezet komen er al twee picolo's aan om ons te verwelkomen en een second later staan we met een fris glas water in ons hand. De kamers zijn normaal 35$, net iets teveel. Tot onze verbazing vraagt de hotelmanager wat we willen betalen en krijgen we een luxe bungalow voor 25$. We voelen ons de koning te rijk.
Na een heerlijke warme douche in een spiksplinternieuwe badkamer met zachte handdoeken genieten we van een heerlijk diner. Het uitzicht over de Mekong is super; het eten evenzo. Voor het eerst sinds lang hebben we het zelfs fris...

Wednesday, January 24, 2007

Als de nood het hoogst is

Zaterdag 20 januari
de dag begint slecht voor mij (Krien). Ook in Cambodia is het te warm voor de tijd van het jaar en dat wil zeggen dat het hier te warm is i.p.v. gewoon warm. Vandaag is de luchtvochtigheid ook erg hoog. Resultaat: nog voor zonsopgang sta ik al nat in't zweet van het ophangen van mijn fietstassen...
Na een maagvullend rijstontbijt fietsen we naar Phnom Santuk. Een heuveltje in het voor de rest ollands plat landschap, met heel veel boeddha's. De reisgids omschrijft het als een religieus pretpark waar de Cambodianen dol op zijn. Het is er leuk: overal boeddha's, liggende, staande, met of zonder lichtjes achter hun hoofd, je vraagt het maar. Het uitzicht van op de heuvel is ook leuk, zeker als er ook een oude vrouwelijke monnik zonder tanden komt lachen voor op de foto. Ik geniet ervan. Enig nadeel: het is nog maar 10u en ik ben al compleet oververhit. Degenen die dat al meemaakten kunnen zich er wel iets bij voorstellen... We fietsen tot aan een Wat (klooster) waar ik recupereer door m'n kop in 't water te steken en te wachten. Dit natuurlijk onder het alziend oog van de monniken en hun leerlingen. Privacy is vaak ver zoek in Cambodia. Op zo'n moment niet altijd aangenaam.
Ik recupereer en om 14u kunnen we verder. Na heerlijke gebakken bananen lacht het leven mij weer toe en zou ik de ganse wereld in 1 dag rondfietsen... Rond 15u komen we in een stadje met een guesthouse. Het is er verschrikkelijk druk en en onder de guesthouse is een Cambodiaanse cinema: 3 tv's die tegelijkertijd opstaan, gelukkig maar 1 met -veel- geluid. Er zitten minstens 30 ijskoffieslurpende mannen. Ze gaan zo op in hun film dat ze zelfs geen oog hebben voor die twee fietsende vreemdelingen, raar. We vinden het toch niet dat en besluiten om verder te fietsen.
Volgens de kaart is er op 25 km nog een stadje, waarschijnlijk met een guesthouse. 25 km op 3 uur, dat halen we makkelijk. We slurpen onze ijskoffie leeg en vertrekken. Het gaat vlot: het is eindelijk koeler, de weg is goed, er is bijna geen verkeer en we genieten volop. We schieten ook goed op. In een klein dorpje stoppen we voor een nog een hapje en vragen we voor de zekerheid al naar een guesthouse. En inderdaad, in de volgende stad is er een. Goed gezind trapen we verder.
Tot opeens de mooie asfaltweg stopt. Van de ene centimeter op de andere verandert de weg in een opgebroken stenen weg. Geen kiezel of grind, maar dikke stenen kriskras over en naast elkaar. Er valt amper over te fietsen en er is zelfs geen beter strookje aan de rand. Aiai. Het wordt krap, we hebben nog een uur daglicht en nog 7 km te gaan. In normale omstandigheden is dat nog max een half uur fietsen...Nu niet meer. We vragen eens rond in het dorp of niemand ons onderdak wil bieden, maar iedereen verwijst naar het stadje. We rapen onze moeT bijeen en vertrekken terug, geen tijd te verliezen op dit moment. Na 10 min. zie ik het absoluut niet meer zitten, we halen amper 5km/uur, dat halen we nooit voor den donker. Het moet er even uit en ik laat een enorm luide vloek waarin ik alles effe stevig vervloek...De tranen staan in m'n ogen.
Op dat moment passeren twee zussen. Nadat ze bekomen zijn van het verschieten (Cambodianen tonen nooit emoties) vragen ze of we een slaapplaats zoeken???
Het duurt welgeteld 0,5 sec om ja te zeggen! Blijkbaar stonden we net voor hun eigendom: een grote fruitplantage met een groot huis, het blijkt een welgestelde familie. De 'mama' begroet ons met veel warmte en zorg. Ze nemen zelfs onze fietsen uit onze handen en duwen die zelf verder. De mama kijkt bezorgt naar mijn rode en bezwete kop (die nochtans redelijk was). We krijgen direct een hapje fruit, een rondleiding in de boomgaard en propere 'sarongs' voor na de wasbeurt.
Als het donker wordt verhuizen we naar binnen, waar we de enige afgescheiden kamer in het huis krijgen en nog een maaltijd. De familie verwent ons als koningen. We verschieten wel: het is duidelijk een welgestelde familie, maar de inrichting van het huis is pover: enkel drie bedden. Eten doen we op de grond, er is geen tafel of er zijn geen stoelen. De keuken is buiten onder een afdak... Slechts een van de twee zussen spreekt 5 woorden Engels, maar het is gezellig! Als we in bed liggen horen we hen nog zeker een uur navertellen en horen we telkens opnieuw 'hello' en 'krien'... Blijkbaar had ik gevloekt nadat de ene zus hello zei, maar dat hoorde ik toen natuurlijk niet.
Na een heerlijke nacht staan we fris op. Maar vertrekken gaat niet vanzelf natuurlijk. De moeder adopteert ons als haar dochters (sorry ma en moeke) en laat ons niet vertrekken na een noedelsoepontbijt, En een bezoekje aan de winkel van haar dochter. De dochter is een schoonheidsspecialiste. Kan je het al raden? We krijgen een volledige nagelverzorging. Ziehier het resultaat:
Na veel dankuwels beginnen we aan onze volgende fietsdag. Er was inderdaad een guesthouse in het volgende dorp, maar de weg was nog lang... Dus als de nood het hoogst is, is de redding nabij, bewijs nummer zoveel...


Stuiterasfalt en streekproducten

Vandaag is onze laatste dag in Cambodia. Het is ons hier te warm; om 11 uur stijgt de temperatuur hier boven de 30C en dat is net iets teveel voor ons. Het is dan wachten tot het weer wat afkoelt voor we weer de fiets op kunnen.

Vanmorgen hebben we nog eens genoten van 30 km stuiterasfalt. Het begrip was ook voor ons nieuw toen we het in een Nederlands fietsboekje lazen. Maar zodra je op stuiterasfalt zit weet je meteen wat het is! Op het eerste zicht lijkt het een mooi wegdek, tot je er op fietst, je bibbert gewoon van je fiets. Gelukkig zijn niet alle wegen van dit type. De grote wegen (en dus ook die met veel verkeer) zijn meestal in redelijke staat en fietsen aangenaam vlot. Als kleinere wegen geasfalteert zijn, is het opletten geblazen. Dan riskeer je stuiterasfalt gecombineerd met potholes en andere ongeregeldheden. We hebben er intussen ook 120 km durtroad opzitten! Qua verkeer valt dat gelukkig mee want iedere keer als er iemand voorbijrijd krijg je een stof douche over je. Gecombineerd met zweet geeft dat een mooi effect...


Streekproducten moet je in Cambodia erg letterlijk nemen. Je kan je wel voorstellen dat vis ofzo alleen te verkrijgen is in de buurt van water maar hier geldt dat voor wel erg veel producten. Zo zagen we vandaag plots op 100 meter, een tiental stalletjes met vispakjes en gevulde bamboe; dingen die we nog nooit eerder tegen gekomem waren. En zo gaat het met alles: steenkappers, rietverkopers, krekel snoepjes, specifieke vruchten enzovoort. Als je iets ziet wat je wil kopen of proeven moet je direct beslissen. De kans is groot dat je een paar kilometers verder het product niet meer vind.



Gelukkig zijn er ook nog producten die je overal kan krijgen. Ijs bevoorbeeld; dat vind je zelfs in het meest afgelegen dorp ook al hebben ze nog nooit van een diepvriezer of koelkast gehoord. Ijs wordt ergens centraal gemaakt in grote klompen van 2 meter op 30*30 cm en dan over gans het land vervoert. Als toerist kan je dus (gelukkig) met een gerust hart iets met ijs eten. Je moet er alleen niet bij nadenken door hoeveel handen het gegaan is voor het in je eten of drinken terecht komt.

Morgen nemen we de bus naar de grens met Laos. Een nieuw land met andere mensen, andere cultuur; het zal weer effe aanpassen worden.

Wednesday, January 17, 2007

Fotookes

En de toeter blijft populair!

Je ziet het, we waren niet alleen aan de tempels. En probeer maar eens een bus jappen NIET op de foto te krijgen...


Waauw!


Waauw! Het enige woord dat een beetje in de buurt komt om het gevoel te beschrijven na drie dagen rondfietsen in het Angkor tempelcomplex. Echt ongelofelijk hoe groot en hoe mooi de tempels zijn, echt een `wereldwonder`. We fietsten ongeveer 147 km en zagen misschien de helft van alle tempels... We pikten de mooiste er uit, volgens de boekskes toch: Angkor Wat, Angkor Thom, Ta Phrom en Banteaey Srei en nog een waarvan de naam mij ontsnapt. Ta Phrom is grotendeels overwoekerd door bomen, wat een speciaal effect geeft. De overige tempels schitteren door de details van de versieringen. Je kan er naar blijven kijken...
Dus, als je ooit in de buurt komt: zeker doen!

Maar doe dan aub niet zoals de meeste toeristen hier. Ze lopen max. drie dagen rond in Angkor en vertrekken dan weer uit Cambodia. Zonde voor de rest van het land en vooral voor de mensen.
Het stadje Siem Reap ligt vlakbij het tempelcomplex en is er voor en door de massa's toeristen die hier passeren. Alles vind je hier, kleine guesthouses, megasjieke hotels met golfcourt en 'spa' voor de madammen, kleine eetkraampjes op de markt en trendy restaurants. Er is hier zelfs een Muntstraat, maar dan breder en ook afgesloten voor het verkeer. Het doet nogal Westers aan... Zelfs de landmijnslachtoffers organiseerden zich op z'n westers. Slim gezien. I.p.v. elk op zich te bedelen, maken ze kleine muziekgroepjes en zetten ze zich op strategische plekken: bij de ingang van een tempel of in de Muntstraat. Het geeft ons ook een beter gevoel. Een bedelende mens is altijd confronterend en lastig om voorbij te lopen. Je kan immers niet aan allemaal iets geven. Want je hebt dan ook nog de kinderen die met postkaarten enzo leuren. We proberen een goed evenwicht te zoeken tussen iets geven aan degenen die geen andere keuze hebben en de anderen voorbij te lopen. Niet simpel.

Toilet en douche perikelen

Toiletten, je zou denken dat je er met twee types (het franse en het engelse toilet) van af bent. Hier in Cambodia is de variatie veel groter.
Vanonder aan de ladder begin je met type 'jungle': gewoon in het veld, achter de boom of achter een rots. Altijd spannend of je nadien toevallig geen mier of ander insect in je slip hebt zitten.
Het volgende type is het echte cambodiaanse toilet; dit vind je vooral op het platteland. Een stenen gebouwtje met 1 of meerdere toiletten. Elk toilet bevat een franse pot en een betonnen bak met water en bijhorend plastic bakje. Dat laatste word je veronderstelt te gebruiken voor zowel je poep als de pot.

In de goedkopere hotels wordt de franse pot vervangen door een engelse pot (weliswaar zonder spoelbak) en de betonnen bak door een platic emmer. Meestal is er ook een mini douche knop voorhanden. Ik heb die wel eens geprobeerd en vond het nogal friskes, vooral nadien met je natte kont in je slip...

Intussen zitten we in Siem Reap en worden de toiletten er westerser op. Gewone engelse potten met spoelbakken dus. Ze blijven wel vast houden aan een zeer vreemde gewoonte. Zoals elke klassieke hotelbadkamer heb je ook hier een lavabo, toilet en douche. Alleen is de douche hier geen afgescheiden geheel en staat de doucheknop ( de echte dan) steevast schuin boven het toilet. Voor je wil douchen moet je dus eerst het toilet papier in veiligheid brengen. En als de een is gaan douchen moet de volgende dus op een nat toilet... Ach het went wel..
Hoe de badkamers er uit zien in de 5 sterren hotels van Siem Reap? Geen idee, we wachten op sponsors...

Thursday, January 11, 2007

Faute toeristen

Woensdag 10/1

Zoals gewoonlijk staan we met (of zelfs voor) de zon op en genieten we van de mooie zonsopgang. We hebben de nacht doorgebracht in Ream National Park (park aan de zee). De bungalow aan het strand die ze ons beloofde, bleek een kamer te zijn in een houten paalwoning van de parkwachters. Toen we aan kwamen hebben ze snel een van de twee kamers een beetje schoongemaakt. We hadden het ons net iets anders voorgesteld.

Als ontbijt moesten we het stellen met instant noodle soep. Gelukkig hadden we de avond ervoor onze buiken goed gevuld met een halve kilo verse krab, voor ons gepeld door de kokkin. Een ‘dinner by candle light’(letterlijk) samen met de mensen van de ‘fishing village’. Een hemelse maaltijd!

Na een wandeling door de jungle (stel je er niet te veel bij voor) nemen we de boot terug naar de park headquarters waar we onze fietsen hebben achter gelaten. We zoeken nog wat eten en springen de fiets op voor 20 km naar Sihanoukville. Deze keer gaan we echt voor een bungalow aan het strand.

Eerst overwinnen we onze eerste Cambodiaanse bergen om in een drukke stinkende havenstad te belanden. We vluchten naar de ‘ beach’. Helaas, van het strand met enkele hotels dat in onze reisgids beschreven staat schiet niets meer over! Het is nu de oude markt van Leuven geworden in het begin van het studentenjaar op een donderdag avond. Maar dan met hotels achter elke bar. Het strand is niet meer dan een strookje van 1 meter. Het loopt hier vol trienekes in bikini, stoere gasten in zwemshorts en would-be hippies. S’avonds lijkt het wel een kermis door alle lichtjes en voelen we ons eerder in Las Vegas. Ons budget laat een bungalows niet toe…

Met onze afritsbroeken en vuile outdoor shirts voelen we ons vreselijk fout! Na een westers dinner ( er was niks anders) gaan we naar bed met een kater. Jammer genoeg niet van de Angkor maar wel door de cultuurshock!

Hello!



Fietsen in Cambodia, het gaat als volgt:




Je stapt op je fiets en nog voor je vertrokken bent, klinkt er al een 'hello'. Onderweg hoor je 'hello' uit alle windrichtingen. Soms hoor je zelfs een 'hello' en weet je begot niet waar ie vandaan komt: uit het Khmerhuis aan de kant, uit het rijstveld 300m verder of, vanop de brommerkar die hier dienst doet als openbaar vervoer? Of was het die schooljongen die de lucht uit z'n longen trapte om ons in te halen?




Vaak is het heel duidelijk en gaat de 'hello' gepaard met een ongelofelijke en allerschatigste glimlach, hoe jonger hoe schattiger natuurlijk. Kindjes komen soms van honderd meter ver aangelopen om 'hello'te zeggen of, als ze zich niet kunnen verplaatsen, roepen ze zich schor tot je hun 'hello' beantwoordt.


Want zo werkt het: het gehello stopt pas als je 'm beantwoordt...


Best wel grappig fietsen eigenlijk. Alleen als we even moe zijn, of honger hebben, lukt het niet altijd om even enthousiast terug te roepen... Dan bellen of toeteren we maar. Mijn (Krien) roze toeter van De Central is trouwens een voltreffer! Gisterenavond kon zelfs de nachtwaker van ons guesthouse het niet laten om eens te toeteren... Ik dacht al dat ze de fietsen wilden pikken.






Als fietsende mens krijg je vaak honger. Geen probleem in Cambodja, van zodra er 5 hutten samenstaan is er een waar je iets kan eten. Zoals die middag, onderweg tussen Takeo en Kampot. Het was half twaalf, tijd om te stoppen voor de zon en om een hapje te eten. We stopten aan een stalleke waar kookpotten stonden en waar mensen zaten te eten. Zoals gewoonlijk kregen we een warme welkom en een glas ijsthee voor onze neus. Heerlijk.



Niemand kon Engels, maar wijzen naar wat je wil eten, lukt ook, dus we wezen naar wat zij aten. Er gebeurde niets, allee tis te zeggen, in het restaurant. Alle kinderen van het dorp verzamelden zich intussen rond onze tafel en fietsen en vergaapten zich aan ons. Zeggen dat er niets gebeurde klopt dus niet helemaal...




We wezen nog eens naar de pot rijst en de visjes die er lekker uitzagen en het enige wat gebeurde was dat het meisje een beetje met haar hand wapperde en iets zei wat we natuurlijk niet verstonden. Na veel vijven en zessen nam de oudste vrouw het initiatief en gaf ons eten . Het was heerlijke vis met gember, mmm. Na een tijdje kwam er een jongen langs die een beetje Engels kon. Hij vertelde ons dat het een ontbijtrestaurant is en dat ze geen middagmalen serveren. Oeps. Het schaamrood stond op onze wangen, ze deelden hun eigen maaltijd met ons. Toen we wilden betalen, wilden ze niet, maar we voelden ons zo geambeteerd dat we toch wilden betalen. 1 Dollar. Lijkt niets, maar dat is de prijs voor een middagmaal onderweg.

Na veel bye bye's en orkoon's (dankjewel) fietsten we verder...

Wednesday, January 3, 2007

hoe het smaakte




Phnom Penh, 1 januari 2007, 16u plaatselijke tijd.


Zie hier hoe het smaakte. Let niet te hard op de suffe koppen ;-) In het echt zitten we recht maar we zijn nog niet zo'n handige bloggers.






Helaas, het bier stond niet koel en kwam dus met ijsblokjes in het glas. aiai. Maar het smaakte! Net zoals het eten hier in Phnom Penh. Het lijkt alsof we iedere keer in de Via Via zitten, alleen de temperatuur en achtergrondgeluiden zijn ietsie anders.


Nancy, superbedankt voor de tip van de Boddhi Tree. Het is een oase van rust in het midden van een door brommertjes geteisterde stad. De straat oversteken kan je vergelijken met de ring van Brussel oversteken in de spits (als ze niet stil staan). Voetpaden bestaan (soms), maar dienen om een auto op te parkeren. Verkeerslichten bestaan ook, maar de kleurtjes zijn vrij interpreteerbaar...




Morgen proberen we met onze fiets veilig uit deze drukte te ontsnappen en fietsen we richting kust, op de route nationale nr.2.


Oudjaar op het vliegtuig

We hadden het ons iets anders voorgesteld... Op de 20 stoelen rond ons zaten minstens 10 kinderen onder de twee jaar die zich een voor een lieten horen tijdens de vlucht. Veel rusten was er dus niet bij. Tegen 24 uur zaten we zo groggy als iets met ontbijt in onze stoel. De champagne waren ze blijkbaar vergeten in Brussel. We wensten elkaar nieuwjaar met een croissantje. Da's eens wat anders. De eerste uren van 2007 hebben we in een soort trance (lees zombie) doorgebracht op een luchthavenstoeltje in Ho Chi Minh City, Vietnam. Maar we hebben het er voor over!!!